Mijn voornemen was om deze ochtend in blokken op te delen. Dat werkt voor mij. Zo laat dit, zo lang dat. Die structuur geeft me kaders en een schop onder mijn eigen kont. Ik moet de plannen wel ergens noteren, zodat ik concreet voor ogen heb dat ik echt met één ding tegelijk bezig ben. In plaats van met van alles buiten die notitie. De andere boel dan ook echt de andere boel laten. Maar dat vind ik zo ingewikkeld!
Als startende ondernemer kan ik nog geen huur betalen om me ergens te vestigen. Af en toe zit ik wel eens in de bieb, hier in Kampen. Om me vast te plakken aan mijn stoel. Echt ideaal vind ik het niet; gedoe met m’n laptop als ik even wil pauzeren. En ik ervaar daar dan steeds dat ik zó niet gemaakt ben om een hele werkdag in m’n eentje achter een scherm door te brengen. Iets met afwisseling, beweging en verbinding willen. Dus heb ik mezelf tot doel gesteld dat ik ook thuis blokken voor Praktijk Vering inbouw. ‘De rest van de wereld – kan – toch – ook – gewoon – thuiswerken?!’ (‘En trouwens lang achter elkaar door achter een scherm…?!’)
Om het voor mezelf mogelijk te houden, wissel ik dit blok dan af met de andere blokken: eten, studie, tuin, geregel, de jongens, ontmoetingen, een meditatief momentje, sporten, slapen, huishouden, nieuws, niets, nog een keer de jongens, nog een keer eten. Gerichte blokken en dus gerichte aandacht. Zoiets. Heel benedictijns, heb ik wel eens gelezen. En dan súper in balans, mooi verdeeld over de week. Ik heb dit natuurlijk heus wel eens lekker overzichtelijk uitgetekend in een prachtig schema.
Maar echt veel vaker dan me lief is, lacht dat schema op de koelkast me vierkant uit! En merk ik weer hoe moeilijk ik het vind om iets met gerichte aandacht te doen én dit dan tegelijkertijd in een soort ontspannen overgave te doen. Terwijl ik er toch echt zelf voor kies, en dit dus allemaal echt wel wíl. Maar er is zoveel dat me afleidt. Iets van wat is geweest of straks komt. Vanmorgen tijdens het schrijven van deze blog, nu, op dit moment, voel ik het in mijn lijf. Mijn kaken vaak bijtend op elkaar en een soort zenuw in mijn schouders, die ik onbewust steeds omhoog trek. En omdat ik door dit tekstwerk in mijn hoofd zit, ben ik bar weinig met mijn aandacht bij mijn buik en mijn adem. Want die gun ik blijkbaar weinig ruimte als ik aan het typen ben.
De gewaarwordingen in mijn lichaam synchroon met zoveel verschillende stemmen in mijn hoofd: ‘Inge, je krijgt het toch niet op tijd af….’ ‘Je moet straks ook nog…. !’ ‘Je zou toch…’ ‘Zie jezelf nu dan…’ ‘Sneu zeg…’ ‘He, laat ze toch lekker denken…’ ‘Gewoon doorwerken…’ Stemmen die over elkaar heen lijken te buitelen. Die mezelf lijken op te splitsen in zoveel Inges. Van die oneliners in mijn hoofd die me dus onbewust de adem benemen. Van die overtuigingen die schreeuwen om aandacht en hoe harder ik ze probeer weg te drukken, hoe harder ze roepen om hun gelijk. Soms via mijn hoofd en dus ook via mijn lijf.
En zo is er op deze blokkenmaandag in januari van alles dat onbewust ook aanstaat, naast de aandacht voor deze blog. Aanstaat in de vorm van gedachten die me afleiden. Steeds harder roepende stemmen die ik maar moeilijk kan blokken. En aanstaat in de vorm van lichamelijke sensaties die me op lange termijn een onrustig gevoel bezorgen. En die keihard blokkades vormen voor het kunnen stromen van mijn energie.
Zoiets. De stem: ‘Als therapeut in opleiding zou het toch minimaal helpend zijn als je hierin het goede voorbeeld kan geven, INGE!’, maar weer binnen laat dringen, voelen hoe die mijn buik weer laat samentrekken, weer met rust laten, doortypen, af en toe wel ademen en posten maar! Die eerste blog! Het lijkt wel op leven.